Als landbouw hebben we de maatschappij wat te bieden

VALA is een van de 40 agrarische collectieven die aangesloten zijn bij BoerenNatuur. Alex Datema (56) is voorzitter van deze vereniging. Vanuit deze functie zit hij dicht bij het vuur. Daarnaast heeft hij een melkveebedrijf op het ouderlijk bedrijf in het Groningse Briltil samen met zijn compagnon Kor van der Velde. Ondanks dat zijn bestuurswerk bijna een dagtaak is, begint hij elke dag toch tussen de koeien. Afgelopen periode was Alex intensief betrokken bij de totstandkoming van het nieuwe ANLb en de ecoregeling in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).

3 februari 2023

Afgelopen jaren deden 11.000 boeren mee aan het ANLb. Samen voerden zij op ± 110.000 hectare agrarisch natuurbeheer uit op grasland, akkerland, droge en natte dooradering en water. Lang niet alle boeren doen mee aan ANLb, wat is de ambitie van BoerenNatuur?

‘Inderdaad, niet alle boeren doen mee aan ANLb. Dat komt, omdat ANLb niet in alle gebieden mogelijk is en er een beperkt budget beschikbaar is. De agrarische collectieven maken samen met de provincies keuzes waar het geld wordt ingezet. Waar is de kans het grootste dat beheer succesvol is en dat boeren meedoen? ANLb gaat om maatregelen die grond gerelateerd zijn en is dus alleen voor grondgebonden bedrijven mogelijk. De ambitie van BoerenNatuur is dat zoveel mogelijk boeren meedoen. Verwachting is dat in de toekomst meer agrarisch natuurbeheer mogelijk is, omdat meer geld beschikbaar komt en dat voor ANLb in meer gebieden mogelijkheden zijn.’

De agrarische collectieven, de leden van BoerenNatuur, organiseren het agrarisch landschap- en natuurbeheer efficiënt en effectief. Ze zijn de spil tussen de individuele agrariërs die het werk uitvoeren en de overheid die subsidie verleent. In Overijssel is onlangs BoerenNatuur Overijssel opgericht. Hoe kijkt BoerenNatuur aan tegen deze ontwikkeling?

‘De kracht van de collectieven is het directe contact. Leden moeten de voorzitter direct kunnen bellen. Regionale binding en herkenning is belangrijk, maar de gesprekken met de provincie worden steeds belangrijker. Daarom kan het goed zijn om provinciaal meer structuur aan te brengen en wat body te ontwikkelen. Mogelijk dat dit op meer plekken gebeurt, maar we zien direct geen trend richting schaalvergroting. Afgelopen jaren hebben we een enorme ontwikkeling in omvang en kwaliteit gemaakt. We moeten voorzichtig zijn om niet alles overhoop te halen.’

De voorbereiding van de nieuwe ANLb-periode verliep chaotisch en er was vaak pas laat duidelijkheid over veel onderwerpen. Ook de samenhang met het GLB is niet altijd duidelijk en verloopt chaotisch. Wat vraagt dat van de collectieven en van de deelnemers? Wat is de inzet van BoerenNatuur?

‘De collectieven moeten heel flexibel zijn en moeten steeds mee schakelen met wat politiek nu weer bedacht heeft. De collectieven staan dicht bij de boer. Zij gaan met de regeling op pad, maar kunnen niet precies zeggen hoe het gaat worden. Toch moeten collectieven aan hun deelnemers een eerlijk verhaal vertellen dat vertrouwen geeft. Hier worstelen collectieven mee. Zeker nu in de landbouw op dit moment veel wantrouwen richting de overheid heerst. Gemiddeld genomen zijn we wel tevreden hoe de deelname verloopt. Dat is een compliment aan alle collectieven. Maar we vragen veel van de ondernemers. Wij vragen boeren een contract voor ANLB aan te gaan voor zes jaar en voor de ecoregeling voor een jaar. Elk jaar moet de ondernemer opnieuw de afweging maken voor de combinatie van de regelingen. Dat vraagt elk jaar andere keuzes. De overheid wil daarom in 2023 soepelheid en flexibiliteit betrachten omtrent de controles op de ecoregeling en het ANLb, maar voor het ANLb hebben we daar niets aan, want daarvoor moeten de contracten worden afgesloten en moeten boeren nu een handtekening zetten. Een ander risico vormt de mogelijkheid van het stapelen van regelingen. Deze mogelijkheid zit zowel in het ANLb als in het GLB, maar we weten de bedragen nog niet. Onze inzet is dat de samenhang tussen beide regelingen zo goed mogelijk moet zijn. Als BoerenNatuur zien we wel kansen, maar doordat telkens de onduidelijkheid zo groot is, blijft er bijna geen tijd over om je op de kansen te focussen.’

Hoe zit het met de toekomst van het ANLb? Wordt de ANLb-systematiek gebruikt voor bredere doelen (bijvoorbeeld water vasthouden in de winter)? Blijft ANLb vrijwillig als bredere inzet verlangd gaat worden?

‘Op dit moment is de sfeer wel zo dat agrarisch natuurbeheer op vrijwilligheid is gestoeld en gebaseerd op de bereidheid van boeren om er aan mee te doen. De kracht van ANLb is juist dat het vrijwillig is. Voor afdwingen van bepaalde wenselijke ontwikkelingen zijn er andere instrumenten. Als je met bepaalde werkwijzen aan concrete eisen of standaarden voldoet, dan bestaat het risico dat dat deze algemeen geaccepteerd en gehanteerd worden. We moeten hier wel scherp op zijn. De kans bestaat dat er, door de grote vraagstukken waar de landbouw mee worstelt, fors meer budget wordt ingezet en dat ANLb op meer plekken ingezet kan worden. De ANLb-systematiek leent zich er voor om voor bredere doelen en een breder palet aan maatregelen ingezet te houden, bijvoorbeeld water vasthouden in de hogere zandgronden of peilverhoging in de Veenweidegebieden.’

Zijn er verzwaringen te verwachten ten aanzien van het GLB?

‘Ik verwacht niet dat het ecoregeling in het GLB strenger wordt per 2024, ondanks zwaardere eisen ten aanzien van landschap en biodiversiteit. De basisvoorwaarden van het GLB blijven hetzelfde. Ik verwacht juist dat er binnen het GLB meer geld naar agrarisch natuurbeheer gaat via het ANLb. Je moet de ecoregeling uit het GLB en het ANLb wel zien in samenhang met andere beleid. Puur alleen de ecoregeling zal weinig effect hebben. De meerwaarde zit juist in het zoeken naar de goede combinatie met ander beleid en andere maatregelen. De problemen op het gebied van waterkwaliteit, biodiversiteit, landschap en bodem moeten we aanpakken. Hoe dat moet? Beleidsmatig zou ik andere keuzes maken.’

Als het gaat over verdienmodellen voor de natuurinclusieve landbouw is behalve PlanetProof eigenlijk nog amper wat concreets in beeld. Hoe ziet BoerenNatuur de ontwikkeling van de verdienmodellen voor natuurinclusieve landbouw?

‘Onze verwachting is dat daar zeker wel ontwikkeling in zit. Denk ook aan de ontwikkeling van het Markemodel. Als bedrijven veel aan agrarisch natuurbeheer doen, schieten vergoedingen tekort. Hier moet iets in gebeuren. Vanuit agrarisch natuurbeheer moeten we anders, meer cijfermatig, naar vergoedingen kijken. Stappen op het bedrijf op gebied van agrarisch natuurbeheer leiden vaak tot lagere kosten. Door bijvoorbeeld het gebruik van minder kunstmest is de opbrengst lager, maar kan het saldo uiteindelijk hoger zijn. We moeten dit beter in beeld brengen. Duurzaam geproduceerd voedsel kost meer. De productie van dit soort voedsel moet beter beloond worden. Als de markt daarin niet voorziet, vind ik dat de overheid moet ingrijpen. Op basis van maatschappelijke ontwikkelingen moeten we andere keuzes maken. De overheid moet daarin een groter rol krijgen.’

Door ontwikkelingen als derogatie mag er minder mest, maar wel kunstmest gebruikt worden. Dit lijkt tegenstijdig beleid ten opzicht van het vergroten van bodemvruchtbaarheid, waterbergend vermogen bodem etc.

‘Inderdaad minder mest en wel kunstmest past niet in ons beeld van natuurinclusieve landbouw. Derogatie is naar mijn idee een enorme soap. Een opeenstapeling van chaotische besluitvorming en communicatie, ook rondom die bufferstrook en ondertussen zijn de boeren al volop bezig op het land. Het lijkt op onbehoorlijk bestuur. Het vertrouwen in de overheid brokkelt zo steeds meer af.’

Wat is de bredere doorkijk van BoerenNatuur voor de agrarische sector?

‘BoerenNatuur is gevraagd mee te denken over het Landbouwakkoord. Onze insteek is wel dat we geen belangenbehartiger zijn; we zitten daar voor onze 40 collectieven. We kijken daarom vooral naar wat de gevolgen voor de uitvoering zijn. De visie vanuit BoerenNatuur richt zich op de natuurinclusieve landbouw. We kunnen ons wel blindstaren op de problemen van vandaag, maar we moeten kijken naar over 15 tot 20 jaar. De manier waarop naar landbouw gekeken wordt, verandert. We zullen dan nog steeds voedsel produceren, maar het onderhoud van het landschap, biodiversiteit en water zijn dan anders van waarde voor de maatschappij. Die waarde moet een economische basis krijgen en daar moet een deel van het verdienmodel vandaan komen in de vorm van diensten, waarvoor rechtstreeks betaald gaat worden. Daar ligt de toekomst van landbouw. Wij hebben de maatschappij wat te bieden en moeten de maatschappij een fraai aanbod doen. VALA heet mooie dingen in handen en dat zijn goede uitgangspunten om aan de landbouw van de toekomst te bouwen.’

BoerenNatuur zorgt ervoor dat de randvoorwaarden van het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) op orde zijn, zodat de collectieven zich effectief en efficiënt met hun deelnemers kunnen richten op de uitvoering in de praktijk. Daarnaast zorgt BoerenNatuur ervoor dat de collectieven direct toegang hebben tot relevante kennis en dat ze nauw betrokken zijn bij de ontwikkeling van onderwijs en onderzoek. BoerenNatuur draagt deze collectieve aanpak ten aanzien van natuurinclusieve landbouw uit binnen Nederland naar de samenleving, overheden, politiek en bestuur en maatschappelijke organisaties en de Europese Unie. Ze doen dat vanuit de overtuiging dat deze aanpak bijdraagt aan een landbouwsysteem dat bodem, klimaat, water, natuur en landschap in de regio versterkt.
www.boerennatuur.nl

Blijf op de hoogte

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en nieuwsberichten. U ontvangt van ons meerdere keren per jaar een nieuwsbrief. Laat hier uw gegevens achter.

Nieuwsbrief aanmelden