Het Markemodel is waardering voor wat we doen
Binnen het project Het Markemodel brengen de adviseurs momenteel bedrijfsbezoeken aan de 35 deelnemers in de twee proefgebieden in Winterswijk (20 deelnemers)en ’t Klooster Zelhem (15 deelnemers). In ’t Klooster bezocht Sjoerd Roelofs, adviseur mest en mineralen bij DLV Advies, de familie Wesselink.
3 mei 2023
Sjoerd Roelofs in gesprek met Jan en Hendrik Wesselink
Vader Jan en zoon Hendrik boeren op ’t Overstege. Een melkveehouderijbedrijf met 46 hectare. Ze melken 60 tot 65 koeien en houden 30 vleeskalveren. Naast grasland benutten ze een groot deel van hun areaal voor akkerbouw, onder andere aardappelen en erwten en granen voor het verbouwen van hun eigen krachtvoer.
Samen met anderen leren
Tijdens het gesprek aan de keukentafel start het gesprek natuurlijk met de actualiteiten in de land- en tuinbouw. Na de enorme overwinning van de Boer Burger Beweging kan het toch niet zo zijn dat het stikstofbeleid zonder aanpassingen doorgang vindt? Jan en Hendrik zij beide nauw betrokken bij het bedrijf. Jan voert alle cijfers in en Hendrik is meer de man in de praktijk en draait aan de knoppen. Sinds 2013 vullen ze de kringloopwijzer in. Toen was het nog een eenvoudige Excel weet Hendrik zich te herinneren. De laatst jaren zijn ze betrokken bij VKA en neemt Hendrik ook deel aan een studiegroep. Jan is bij een vaktechnische studiegroep van DLV. Ze vinden samen met anderen leren belangrijk.
Beste stap gemaakt
Vorig najaar stelde Sjoerd het bedrijfsontwikkelplan (BOP) voor het bedrijf van de familie Wesselink op. In dit plan zit ook een handelingsperspectief met adviezen en aanbevelingen om aan te werken op het bedrijf. Nu de indicatoren op het gebied van lucht, water en land zijn vastgesteld, is het doel van het gesprek de stand van zaken aan de hand van de kringloopwijzer te bespreken, de boel te actualiseren en te kijken hoe Jan en Hendrik het beste hun bijgestelde doelen kunnen halen. Sjoerd bespreekt eerst met de familie Wesselink de resultaten. De familie heeft goed haar best gedaan. “In een jaar tijd is er een beste stap gemaakt. Jullie scoren goed op groen blauwe dooradering, gewasdiversificatie, grondgebondenheid, bodemoverschot, fosfaatoverschot, ammoniakoverschot en bovengemiddeld op broeikasgassen”, complimenteert de adviseur. “Jullie doen het heel netjes in vergelijking met andere bedrijven. Het biodiversareaal en de milieubelastingpunten zijn nog verbeterpunten. Aandachtspunten zijn de gewasbescherming en de eigen graskuilkwaliteit.“
Verbeterpunten
Aan de aanvoerkant is het al heel scherp. Onder andere doordat er minder eiwitrijk krachtvoer is aangekocht zijn de cijfers gunstig. Zonder al te veel extra inzet kunnen ze ook de vastgestelde doelen halen. Wel wil Hendrik vlotter en frequenter (5 tot 6 keer, nu 4 tot 3 keer) gaan maaien en meer letten op de graskwaliteit. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door aan kalendermaaien te gaan doen. Het is van belang het vee in het voorjaar vlot naar buiten te doen. Het systeem van Nieuw Nederlands Weiden komt ter sprake. Ook is het aanhouden van teveel jongvee een aandachtspunt.
Experimenteren
“We telen en voeren bewust geen mais, maar telen zelf graan en zorgen zo zelf voor krachtvoervervangers. De mannen nemen de voor- en nadelen daarvan nog eens door. Dit jaar wil Hendrik met haver gaan experimenteren. Ook komt een nieuw experimenteel stalsysteem ter sprake, want de stal is aan vervanging toe. Dat zou wel eens gevolgen hebben voor hun bedrijfsplaatje. Vervolgens bespreekt Sjoerd enkele manieren voor het aanwenden van dunne fracties mest. Dan gaat het gesprek richting GLB. “Dat viel ons nog niet zo hard mee”, zegt Jan, “Het is een heel gepuzzel, maar ik geloof niet dat het ons veel oplevert.” Discussie volgt over de waardering van brons, zilver en goud, de bufferstroken en het al dan niet verplichte braken. “Ik heb liever blijvend grasland met kruiden dan kruidenrijk grasland. Ik vind het zaad te duur”, zegt Hendrik. Genoeg gespreksonderwerpen voor de thema’s lucht, water en land. De familie zit met het bedrijf in het intrekgebied van een waterwingebied ‘t Klooster.
Ingeslagen weg vervolgen
“We gaan op de ingeslagen weg voort”, concludeert Hendrik, “maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Je hebt niet overal invloed op, want je bent toch afhankelijk van het weer. Ik zie het Markemodel als een waardering voor wat we doen. We zijn al een poosje bezig dus de drempelwaarden waren voor ons heel haalbare doelen. Als je je best doet, wordt je ook beloond. Ik merk dat je daardoor als ondernemer gevoelig bent voor prikkels. Bijvoorbeeld wat betreft het spuiten, eerder was er geen prikkel. Nu daar op wordt gestuurd, ga je daar nog bewuster mee om. Op deze manier spelen we mooi in op toekomstige regelgeving, want dat gaat steeds scherper worden.”
Meer informatie over het Markemodel vindt u hier.