André Bomers (69) boert samen met vrouw Riek (66) en zoon Peter (37) in maatschap. Ze hebben een melkveehouderijbedrijf in de buurtschap Zwolle bij Groenlo met 60 melkkoeien en 35 stuks jongvee op 32,5 hectare. Dit portret schetst hoe de familie zich inzet voor natuurinclusief boeren.
Rondom de boerderij Heetmaot uit 1905 liggen van oudsher veel oude houtsingels en bosjes. André: ‘We hebben hier een mooi cultuurlandschap met oude essen en een lichte glooiing in het landschap. Vroeger waren hier veel meer singels, maar in jaren ‘50 en ‘60 werden er veel weggehaald. Mijn vader hield van bosschages en liet er veel staan. Verder hebben we meerdere kleine percelen. Zonder houtsingels en met grotere percelen kunnen we sneller en efficiënter werken, maar we houden graag de singels en kleinschaligheid in ere.’ ‘Dat het altijd maar groter en sneller moet, is niet van de laatste jaren; wij zijn daar lang geleden al vanaf gestapt’, vult Peter aan. Peter woont samen met zijn gezin in een woning op het gezamenlijke erf. Na de hogere landbouwschool ging hij buitenshuis werken. Hij werkt parttime als software-engineer bij Nedap. ‘De afwisseling van het kantoorwerk met het werk op de boerderij vind ik heel mooi. Sinds acht jaar hebben we een melkrobot. Zo kunnen we het werk samen rondzetten.’
Onderdeel bedrijfsstrategie
Agrarisch natuur- en landschapsbeheer is een belangrijk onderdeel van hun bedrijfsstrategie. Zij doen al jaren mee aan de subsidieregeling Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) met vrij divers beheer: kruidenrijk / botanisch grasland, kruidenrijke akkerrand, hoogstamboomgaard en diverse bosjes en houtsingels. Ze houden rekening met de weidevogels, hebben een paar poelen en beperken het onderhoud van de sloten. ‘Tijdens de winterdag zijn we druk met houtzagen en het verwerken tot brandhout. Met dat hout verwarmen we met een houtvergassingskachel onze twee woningen. We zijn zo ongeveer zelfvoorzienend’, vertelt André trots.
Toekomstbestendig bedrijf
André: ‘Toen we via de Vereniging Agrarisch Landschap Achterhoek (VALA) subsidie voor het onderhoud konden krijgen, zeiden we daar natuurlijk geen nee tegen. Het is meer een onkostenvergoeding, maar het is in elk geval wat. Nu we voor FrieslandCampina ook ’On the way to PlanetProof’ produceren, krijgen we daar twee cent per liter melk extra voor. Daarmee wordt natuurbeheer een onderdeel van ons inkomen. We konden makkelijk aan regels voor PlanetProof voldoen, want aan natuurbeheer deden we toch al. Uiteindelijk een win-win.’ Meedoen aan PlanetProof was volgens Peter een bewuste keuze: ‘We willen een toekomstbestendig bedrijf. Daar past een natuurinclusieve landbouw bij met sterke duurzame koeien. We willen zoveel mogelijk zelfvoorzienend blijven en onze kringloop rond krijgen. We hebben plannen voor zonnepanelen op het dak of een windmolen. Dat past bij wat FrieslandCampina wil en het staat ook hoog op de maatschappelijke agenda, maar of het ook breed financieel gewaardeerd wordt, is nog een moeilijk verhaal.’ André vult aan: ‘Het werkt motiverend als natuurinclusief boeren beloond wordt. Ik zie dat als waardering voor onze inspanningen voor natuur en landschap; boeren met grote percelen kunnen immers veel efficiënter werken.’
Natuurinclusief boeren gaat verder
Peter: ‘We doen ons best om de biodiversiteit op ons bedrijf te versterken, maar willen we echt natuurinclusief boeren, dan moeten we een stap verder gaan dan wat we nu in het kader van Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) doen. Minder kunstmest strooien en het areaal vergroten maakt het nog duurzamer. Grond is hier echter schaars; dus het is lastig om te investeren in grond. Bedrijfseconomisch is dat ook minder interessant.’ Andre vult aan: ‘Grond huren van natuurorganisaties zou een optie kunnen zijn, maar die ligt hier niet in de buurt.’
Liefde voor natuur doorgeven
André: ‘Voor veel vogels en dieren is de combinatie van cultuurgrond en natuur ideaal. Ik loop graag rond over de landerijen. In de kruidenrijke akkerrand zit veel leven. Daar heb ik onlangs nog een velduil gezien. Bij de doornstruiken zitten veel zangvogels, waaronder geelgorzen. Ook komen de patrijzen en de kwartel hier in de akkerrand nog voor. En de kieviten en de wulpen zijn er nog, maar wel minder. En hazen en de reeën in de luwte van de houtwallen. Daar geniet ik van.’ Peter: ‘Als je liefhebber bent, is het makkelijker om natuurbeheer op te pakken.’ Ze zijn aangesloten bij VAN Berkel & Slinge en bij de VALA. Zij regelen de aanvraag voor de subsidie en het plantgoed en zaaizaad. André gaat regelmatig mee op excursie, bijvoorbeeld over patrijzen. Ook volgde hij de praktijkcursus Kruidenrijk graslandbeheer. ‘Ik vind het mooi dat ik mijn liefde voor natuur mag doorgeven aan mijn kinderen en kleinkinderen en dat het na mij verder gaat’, besluit André.
Tekst: Rina Scharpert
Fotografie: Wiebke Wilting
Dit artikel is gebruikt voor het jubileummagazine van BoerenNatuur