GLB-pilot Moderne kringlooplandbouw

In dit project werken we samen met Aequator aan het ontwikkelen en toepassen van een methode waarbij door samenwerking tussen melkveehouders en akkerbouwers een duurzaam gebiedsgericht bodembeheer ontstaat. Deze pilot richt zich op grondwaterbeschermingsgebieden op de zandgrond. De basis is een gebiedsgericht, en daarmee bedrijfsoverstijgend, integraal teelt- en bemestingsplan.

Looptijd

2021 t/m 2024

Doel

Het verkennen van de mogelijkheden voor een meer structurele samenwerking tussen akkerbouwers en melkveehouders.

Hierbij kijken we naar meerdere facetten, zoals de fysieke omstandigheden van het bodem- en watersysteem, de wet- en regelgeving (fiscaal en het aandeel grasland), eiwitteelt van eigen land, ruwvoervoorraden, waarde van producten op de markt, maar ook de meer sociale factoren. Hierbij zien we dat boeren veel waarde hechten aan zelfstandigheid en de mate waarin zij onderling in staat zijn om een gezamenlijke visie te ontwikkelen voor het gebruik van het gedeelde areaal. Ook spelen factoren mee zoals de onderlinge verhoudingen vanuit het verleden die een verdergaande samenwerking moeizaam maken.

In de pilot willen we inzichtelijk maken wat de impact is van verdergaande samenwerking op het verdienvermogen van de bedrijven zelf en de effecten hiervan op de omgeving. Dit doen we vanuit de overtuiging dat boeren door een goede inzet van de bodem, mest en een divers bouwplan uiteindelijk meer kunnen bereiken.

Aanpak

In drie verschillende pilots in drie gebieden in de Achterhoek verkennen we hoe we concreet invulling kunnen geven aan een Achterhoeks bouwplan passend bij de zandgronden en rekening houdend met de functie van drinkwaterwinning, waarbij voor iedereen winst te behalen is. Een bouwplan dat op een vernieuwende – moderne – manier de kringlopen sluit door gebiedsgericht te werken, en daarmee dus bedrijfsniveau overstijgend. Dit project laat zien wat het effect is van deze samenwerking op gebiedsniveau, het efficiënt gebruik van de nutriënten en het economische perspectief voor de agrarisch ondernemers.  

 Bij de uitvoering is aandacht voor: 

  • Het opstellen van een gezamenlijk bouwplan, waarbij elke deelnemer zelf bepaalt met welk onderdeel van dit bouwplan hij aan de slag wil. In de seizoenen 2022 en 2023 is in twee pilots samengewerkt op het gebied van de teelt van voerderbieten, tarwe en veldbonen. Dit vaak in ruil voor een perceel voor de teelt van aardappelen. In 2024 willen we een stap verder zetten en komen tot een vruchtwisseling over een periode van circa tien jaar. De deelnemers hebben dan het seizoen 2024 nog om binnen de pilot met nieuwe teelten kennis te maken. Het project sluit af met een bouwplan voor 2025 en verder. 
  • Het beter benutten van de mest. Zeker nu de derogatie wordt afgebouwd en in de grondwaterbeschermingsgebieden al vanaf 2023 gestopt is, is een goed gebruik van mest belangrijker dan ooit. De inzet van mest in het seizoen maar ook de verwerking van mest zijn aandachtspunten om de mest beter te benutten en de waardevolle grondstof regionaal af te zetten.  
  • Het verbeteren van de bodemkwaliteit, de impact hiervan op de omgeving en de benutting van de nutriënten: van mestbeleid naar bodembeleid. 
  • Het verdienvermogen van de bedrijven in het gebied houden. Lokale productie, benutting van afvalstromen en intensivering van langdurige relaties tussen akkerbouwers en melkveehouders. 
  • Het meten van de resultaten van de deelnemende percelen: de N90-meting, het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en de bodemconditiescore.  
  • Het in beeld brengen van de succes- en faalfactoren van de huidige samenwerking en het communiceren van knelpunten van de huidige regelgeving naar LNV. 

 Het project kent drie fasen van samenwerking:   

  • Methodiek ontwikkelen om de gebiedsgerichte samenwerking vorm te geven. 
  • Gebiedsplannen opstellen en toetsen van praktijkmaatregelen in drie uitwerkingsgebieden verspreid over de Achterhoek. 
  • Resultaten delen tussen de uitwerkingsgebieden onderling, maar ook actief met de omliggende bedrijven per gebied. 

Resultaten

  • Zowel melkveehouders als akkerbouwers in de Achterhoek zien kansen voor kringlooplandbouw en willen actief verkennen welke mogelijkheden er zijn om op gebiedsniveau de kringlopen te sluiten. In drie gebieden is een pilot gestart, waarin respectievelijk twee, drie en vier ondernemers samen de mogelijkheden verkennen om het bouwplan ten dienste van elkaar en gericht op: het verbreden van het bouwplan, bemesting af te stemmen op de behoefte van het gewas en daarbij de mogelijkheden die het bodem- en watersysteem heeft goed te benutten. 
  • Om de mogelijkheden in de toekomst en de effecten van het bouwplan, de vruchtwisseling in de voorgaande jaren inzichtelijk te maken is binnen de pilot een kringlooptool ontwikkeld die op basis van perceel gebruik en de bodem en waterdata berekent wat de benutting van stikstof is geweest en wat de effecten zijn op de organische stofbalans. 
  • Daarnaast is er aandacht voor de saldo’s in de vruchtwisseling en wat een ander bouwplan financieel oplevert of juist kost. Voor de grondwaterbeschermingsgebieden is het nog een uitdaging welke teelten passend zijn met de nieuwe wet- en regelgeving in het 7de NAP.

Projectleider

Inhoudelijk projectleider: Miriam van Meeteren (Aequator) 

Contactpersoon VALA: Arie Schoemaker

Samenwerkingspartners

Agro-innovatiecentrum de Marke en Vruchtbare Kringloop Oost

Subsidieverleners