Anne Stortelder begon in mei aan haar nieuwe baan als Projectleider Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) bij VALA. We zijn benieuwd naar Anne’s ervaringen binnen VALA. Daarom stellen we haar vijf vragen.
Hoe was je inwerkperiode?
‘Ik ben begonnen in de coronatijd. In mei, juni en juli kon er weer iets meer. Ik deed de eerste weken vooral een-op-een bezoeken bij de coördinatoren en het bestuur en kwam zo op de verschillende kantoren. Ik heb geen vaste werkplek; ik werk vanuit huis en als het nodig is, werk ik bij een Agrarische Natuur Vereniging op kantoor. Door de opleving van corona in het najaar beperk ik mijn reisbewegingen. In de praktijk werk ik de laatste maanden thuis of in Eibergen. Daar ziten ook onze dataspecialist met veel informatie en een coördinator die in twee gebieden werkt. Voor mij zijn ze allebei een goede vraagbaak.
De cyclus van ANLb duurt een jaar. Ik startte net voordat de intekening voor ANLb 2021 en de beoordeling begon. Je zit dan gelijk midden in de inhoud en leert hoe het werkt en welke aandachtspunten en accenten we als VALA leggen. Daarna volgden de gebiedsaanvraag, de verantwoording, de schouw en de beoordeling van de resultaten. We zijn nu druk bezig met het afsluiten van de contracten voor 2021. In het voorjaar volgt de uitbetaling en dan begint de cyclus weer opnieuw.’
Hoe bevalt het je?
‘Het werk bevalt heel goed; ik vind het prettig dat alles overzichtelijk is en met elkaar te maken heeft. VALA is een interessante organisatie op het gebied van landschapsbeheer en versterking van biodiversiteit. Er speelt wel heel veel, maar voor mij is er een duidelijke hoofdtaak, waar links en rechts projecten bij aansluiten. Mijn werk is wat meer geconcentreerd rondom het ANLb en minder hap snap. Ik ken de organisatie al langer. Toen ik bij de gemeente Lochem werkte, was het wat meer van een afstand. In mijn vorige baan werkte ik als beleidsmedewerker natuur en landschap. Ik adviseerde over flora fauna, bijvoorbeeld over roeken in de stad, bij gebiedsprocessen zoals de hermeandering van de Berkel of nieuwe natuur bij particulieren. Ook adviseerde ik over subsidies. Het was een hele andere baan; veel meer politiek. Toch kom ik wel veel dezelfde mensen tegen. Het was heel fijn dat ik al wat mensen kende van naam, van gezicht of vanuit een eerdere samenwerking. In mijn nieuwe functie is er tijd voor netwerken en samenwerking. Het netwerk en de samenwerking is ook voor VALA van belang, want naast deelnemers heb ik ook te maken met partijen als de provincie en het waterschap.’
Wat is je opgevallen?
‘VALA is een echt collectief; er is weinig hiërarchie en de lijnen zijn superkort. Onderling overleg of even snel iets vragen dat is allemaal heel gemakkelijk. Er zijn hier niet zo veel schijven. Er is geen schroom om iets te delen en iedereen denkt heel actief mee. Het is mooi om te zien dat VALA een club is van mensen met dezelfde intentie en enthousiasme. Er is zeker ruimte voor discussie, maar dan op inhoud. Dat zijn leuke gesprekken. Fijn om te merken dat alle mensen dezelfde focus en richting voor ogen hebben.’
Wat was lastig?
‘De uitbreidingsaanvraag bij de voorintekening van de ANLb en het benodigde rekenwerk waren best ingewikkeld. De rekenmethode is behoorlijk omslachtig en het komt heel precies. Ook is het soms lastig als iemand iets wil wat niet kan, ondanks alle goede bedoelingen. Een boodschap met nee of ja, mits is niet altijd wat mensen willen horen. Als VALA willen we zoveel mogelijk bereiken met onze middelen. Dat betekent keuzes maken en grenzen stellen. Naast het uitleggen van de grenzen is het een uitdaging om samen te kijken wat wel kan. Dat vraagt om flexibiliteit, maar soms wordt het oorspronkelijke idee daar nog beter van.’
Wat was leuk?
‘Het was geweldig om met de cursussen van VALA en de deelnemers kennis te maken; vanwege corona waren er minder deelnemers en cursussen. Er zit zoveel kennis bij onze ecologen en een grote behoefte aan kennis bij de deelnemers, die trouwens zelf ook over een schat aan kennis beschikken. Het is prachtig om het enthousiasme en de bevlogenheid van mensen te zien die met hart en ziel met natuur en landschap bezig zijn. Of het nu een boer is met een gangbaar melkveebedrijf die bezig is met landschapsherstel of de vrijwilligers bij het tellen van patrijzen. We willen toewerken naar een uitgebreider cursusaanbod. Kennisontwikkeling bij deelnemers en medewerkers is een van onze speerpunten voor de komende jaren.’