Afgelopen zomer heeft VALA een viertal praktijkbijeenkomsten georganiseerd rondom kruidenrijke akkers en -akkerranden en kruiden- en faunarijk grasland in de Achterhoek. Met maar liefst 20 deelnemers per bijeenkomst was het wederom een succes. Naast een informatief deel gingen de deelnemers enthousiast het veld in om kennis met elkaar uit te wisselen over het optimaal beheren van kruidenrijke akkers, akkerranden en graslandpercelen.
Deze reeks van cursussen was een herhaling van de twee bijeenkomsten van vorig jaar. De animo voor deelname van agrariërs, landgoedeigenaren en particulieren was toen zo groot dat VALA niet aan de vraag kon voldoen. Dit jaar is dan ook gekozen voor 4 cursussen in de verschillende regio’s in de Achterhoek met als doel kennis uitwisselen en leren van elkaar. Deze bijeenkomsten maakten onderdeel uit van het POP-project ‘Biodiversiteit met boerenwijsheid’.
Relevante beheermaatregelen
Rob Geerts, onderzoeker bij Wageningen University & Research en Jan Stronks, ecoloog bij Staring Advies waren verantwoordelijk voor de uitvoering van deze bijeenkomsten. Beide zijn werkzaam voor VALA en vertellen vol passie over de mogelijkheden om de kwaliteit voor flora en fauna te verbeteren. ‘’Veel leden van VALA maken gebruik van de regeling Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer met de pakketten 18 Kruidenrijke akker en/of 19 Kruidenrijke akkerranden en diverse graslandpakketten’’, zegt Geerts. ‘’In de praktijk is het ontwikkelen van bloemrijk grasland niet eenvoudig, ook al heb je al jaren niet bemesting en het beheer volgens de beheereisen uitgevoerd’’, zegt Geerts. Tijdens de cursussen in Eefde en Winterswijk maakten de deelnemers kennis met beheermaatregelen, die van invloed zijn op behoud en stimuleren van de kruiden in graslandpercelen. ‘’Welke maatregelen zijn relevant en hoe pas je ze toe in de praktijk’’, gaat Geerts verder. Dit verschilt per perceel en locatie.
Leren van elkaar op het veld
Naast kruidenrijke graslandpercelen heeft VALA in twee bijeenkomsten in Geesteren en Aalten aandacht besteed aan het beheer van kruidenrijke akkers en -akkerranden. Daarbij lag de focus vooral op de beheersing van een te hoge onkruiddruk. De kennis hierover verschilt sterk tussen de deelnemers. Een biologische ondernemer heeft bijvoorbeeld al veel meer ervaring met het bestrijden van onkruiden zonder gewasbeschermingsmiddelen. ‘’Deze kennis en ervaring is zowel waardevol voor andere ondernemers, maar ook voor ons als VALA. Dit kunnen wij meenemen in het verbeteren van de beheereisen die we stellen in onze pakketten’’, zegt Geerts. Tijdens deze bijeenkomsten was er aandacht voor mengselkeuze en de aanleg en het beheer van akkerranden. ‘’De keuze is onder andere gebaseerd op het creëren van een optimaal leefgebied voor akkervogels, in dit geval de patrijs’’, zegt Jan Stronks.
Alle bijeenkomsten starten met een informatief gedeelte. Daarna volgde er een bezoek aan kruidenrijke graslandpercelen of kruidenrijke akkers en akkerranden. Tijdens dit deel was er veel ruimte om met elkaar van gedachten te wisselen over het optimale beheer van kruidenrijke akkers, akkerranden en graslandpercelen. Daarbij werden ook nadrukkelijke voorbeelden van maatregelen getoond die gericht waren op het verbeteren van het leefgebied voor de doelsoorten, zoals de patrijs en de grauwe klauwier.
De bijeenkomsten werden mede gefinancierd door: