Susan van den Berg, studente Bos- en Natuurbeheer, is momenteel aan de slag met het analyseren van de vegetatie in de Achterhoek in opdracht van VALA. Dit doet ze op basis van de door Rob Geerts gemaakte vegetatiesopnamen van bijna 300 percelen de afgelopen drie jaar.

Een belangrijk onderdeel van het agrarisch natuurbeheer is graslandbeheer. Op die percelen is maaien en afvoeren verplicht en is bemesting niet toegestaan. Uitgangspunt van dit verschralingsbeheer was dat dit op termijn tot kruidenrijke vegetaties zou leiden. Een groot deel van deze percelen is al meer dan 15 jaar op deze wijze beheerd. ‘’In sommige gevallen is de verschraling te ver doorgevoerd, zeker op droge schrale zandgronden’’, meent Rob Geerts, onderzoeker bij Wageningen University & Research en projectmedewerker bij VALA. Eén van de gevolgen van het stoppen van organische bemesting is dat de zuurgraad van de bodem verandert; de bodem wordt zuurder. Eventuele stikstofdepositie, zoals met ammoniak versterkt dit effect nog eens. Dit heeft ook consequenties voor de soortensamenstelling en de biodiversiteit, vaak in negatieve zin. Plantensoorten kunnen indicatief zijn voor de plek waar ze groeien. “Zo is een soort als Gewoon duizendblad een indicator voor droge en Geknikte vossenstaart voor natte omstandigheden”, merkt Geerts op. ‘’Gewone veldbies en Schapenzuring groeien vooral op schrale zure bodems’’, voegt hij er aan toe. Een vegetatie zegt veel over de heersende groeiomstandigheden.
Percelen beoordelen
Voorafgaand aan het afsluiten van een beheercontract voor graslandpercelen, worden graslanden beoordeeld op perceelsniveau door vegetatieopnames te maken. Dit bepaalt in belangrijke mate of het een zinvolle investering van beheergeld is om voor het betreffende perceel een beheercontract af te sluiten. Deze vegetatieopnamen geven ons inzicht of deze percelen van voldoende kwaliteit zijn en een goed leefgebied vormen voor onze doelsoorten. Zo heeft Rob Geerts afgelopen jaren van bijna 300 percelen vegetatieopnamen gemaakt.
Analyseren van vegetatie
De stageopdracht van Susan van den Berg bestaat uit het analyseren van de graslandvegetatie in de Achterhoek op basis van vegetatieopnames gemaakt in 2017, 2018 en 2019. ‘’Met hem heb ik afgelopen periode een aantal graslandpercelen in de Achterhoek bezocht waar agrarisch natuurbeheer van toepassing is. Hier vond lichte beweiding met bijvoorbeeld paarden plaats of er werd gemaaid buiten het broedseizoen’’, zegt Susan van den Berg. Tijdens deze veldbezoeken liet Rob zien hoe hij de vegetatie in de percelen in kaart brengt. ‘’Het blijft bijzonder hoeveel informatie over een graslandperceel je kunt halen door te kijken naar de plantensamenstelling van een perceel”, merkt Van den Berg op.
Graslandtypologie opstellen
Op dit moment ligt het beheer van de graslanden onder de loep: hoe moeten we het beheer aanpassen om de kwaliteit van te ver verschraalde en verzuurde graslanden te verbeteren? Om deze vraag goed te kunnen beantwoorden willen we als VALA eerst een goed beeld hebben van wat voor type graslandvegetaties we in de Achterhoek hebben. Deze stageopdracht draagt hier aan bij. Susan van den Berg werkt nu met hulp van software aan het opstellen van een graslandtypologie. Op basis van de soortensamenstelling van de verschillende graslandtypen kunnen vervolgens uitspraken gedaan worden over verzuring, vocht en bodemvruchtbaarheid door deze te koppelen aan database met indicatiegetallen voor stikstof, zuurgraad en vocht. Op basis van deze gegevens kan bepaald worden wat de ecologische kwaliteit is van de graslanden. Deze informatie helpt bij het zoeken naar antwoorden op de vragen: Welke percelen vormen de pareltjes? En welk aanvullend beheer is nodig om de natuurwaarde van de percelen te vergroten? ‘’Daarnaast besteed ik in deze analyse ook aandacht aan de meerwaarde van deze percelen voor insecten. Hiervoor inventariseer ik de nectarplanten die aanwezig zijn in de percelen en in welke mate’’, licht ze toe. ”Verder zal er ook ondergronds gekeken worden hoe daadwerkelijk de zuurgraad is en de verhouding aan mineralen”, merkt Geerts op. Al deze informatie uit deze analyse biedt VALA nieuwe inzichten en draagt bij het aan het verder ontwikkelen van beheer in de toekomst met als doel de percelen een nog hogere natuurwaarde te geven.